Gele kornoeljes

Dit is het verhaal van de twee oude gele kornoeljes in het centrum van Rotterdam.

Foto: Eén van de twee 80-jaar oude gele kornoeljes in de tuin van het Chabot museum.
Zij werden geplant rond 1948 en gaven toen een boodschap mee: hoop voor de toekomst.
Foto: KNNV Natuurlijk Rotterdam

1945 – 1950: Van oorlog naar vrede, van chaos naar orde

Het leven na de bevrijding in 1945 was voor de Rotterdammers zwaar.
De minister president zei op oudejaarsavond in 1945: “De oorlog is voorbij, maar de vrede wil nog niet komen”.
De Rotterdammers waren verscheurd door de vele conflicten, die er soms voor de oorlog al waren (NSB en collaborateurs). De politie werd gezien als collaborerend met de Duitsers en daarom niet vertrouwd. Het college en B&W in 1947: Financiën ontredderd. De begroting sloot met een tekort van 51 miljoen. Handel en verkeer waren kwijnend. De binnenstad volkomen verwoest. Havens zwaar beschadigd. Misdaad abnormaal hoog. Tekorten aan energie, onderwijs(middelen) en woningen. Toename van geboorten en ook nog werken aan rechtsherstel, organisatie van politie, brandweer, haven, vestiging van noodwinkels, enz. enz. Voedsel en kleding waren schaars en alleen verkrijgbaar via distributiebonnen.
De Rotterdammers werden nog grotendeels beheerst door haat, wantrouwen, angst, wraak, verdriet en zelfzucht.
De staat kon niets doen voor de benodigde veiligheid en ondersteuning. De schade was te groot.

Foto: Het villapark ( nu Chabot museum) in aanbouw. Op de achtergrond de brandende stad, mei 1940.
In de rode cirkel de villa wat nu het Chabot museum is. Bron: Stadsarchief Rotterdam

1948: Van schade naar herstel, maar niet van herstel naar genezing.

‘Rotterdam was zwaar gewond, herstellend en genezend’, zo werd beweerd. Jaren later bleek, dat er juist geen genezing was, geen aandacht voor opvang en traumaverwerking. Het College en B&W keek vooral naar de wederopbouw. Alle aandacht ging uit naar het herstellen van de economische en materiële oorlogsschade. Het geld dat Rotterdam van de Amerikanen had gekregen (Marshallplan) wilde men zo efficiënt mogelijk besteden. Het was erop of eronder.
Onder genezing verstond men de aanpak van fysieke besmettelijke ziekten en de bestrijding van luizen. Er was geen opvang van teruggekeerden uit de concentratiekampen, geen traumaverwerking van de oorlogservaringen. Daarvoor was de chaos te groot. Voor opvang en traumaverwerking is rust en ruimte nodig en die was er niet. Voor schuld erkennen, vergeving vragen en geven, was het ook nog te vroeg. Bovendien was dat ook niet zonder consequenties (conflicten, wraakacties, strafvervolging). Er was te veel gebeurd. Bovendien wist ook niemand hoe je zoiets moest aanpakken. Men bleef gevangen in gevoelens van angst, ontkenning, wraak, boosheid en verdriet.
Maar het leven ging door en Rotterdam moest opgebouwd worden. Rotterdammers moesten onder deze omstandigheden weer met elkaar samenwerken….

Samenwerken aan de wederopbouw….hoe?

Een oorlog zorgt voor enorme (emotionele) schade. In zo’n situatie is het heel belangrijk om positieve emoties naar voren te krijgen. Positieve emoties zijn nodig voor het versterken van eigen hoopbeleving, emotie en geloof in de wederopbouw; er is nog steeds iets goeds in de wereld. Dat kan de kracht zijn van natuur en cultuur. Contact met de natuur helpt om negatieve gedachten en gevoelens beter te verwerken. In deze grauwe, troosteloze, kapot gebombardeerde omgeving ontstond de behoefte aan natuurbeleving.
In de grote, kale, lege tuinen in de omgeving van het Boymans museum werden verschillende bijzondere bomen en struiken geplant. Allereerst voor de eigenaren zelf, zodat zij een gezelliger zondagmiddagwandelingetje in de eigen omgeving konden maken.

Foto van de tuin van de villa (nu Chabotmuseum) kort voor WO II. Kale, lege tuinen waren toen trendy. Bron: Stadsarchief Rotterdam
Foto van de tuin van de villa (nu Chabotmuseum) kort voor WO II. Kale, lege tuinen waren toen trendy. Bron: Stadsarchief Rotterdam

In 1939 werd het Chabot museum gebouwd. Het was de villa van C.H. Kraaijeveld, directeur van de baggermaatschappij Adriaan Volker. Tijdens de oorlog werd deze villa geconfisqueerd door de SS. Na de oorlog is hun dochter hier gaan wonen. Zij vond, dat mensen een positieve ervaring nodig hadden om beter te kunnen samenwerken aan de wederopbouw. Cultureel werd hier al wel aan gewerkt. Maar er was ook natuurbeleving nodig om te herstellen. Zij wilde de mensen wat kracht geven, hoop voor de toekomst. Laat angst en verdriet het niet winnen van de hoop. We moeten samen verder, samen Rotterdam weer opbouwen.

80-jaar oude kornoelje in de tuin van het Chabot museum. Foto: KNNV Natuurlijk Rotterdam

Keuze voor de gele kornoeljes

Zij wilde een blijvende, immateriële waarde aan de omgeving toevoegen. Dat moest een boom worden met een opvallende, vrolijke bloei, die voor iedereen goed zichtbaar zou zijn. Gekozen werd voor de gele kornoelje, die ook een rijke, cultuurhistorische achtergrond heeft.
Twee gele kornoeljes werden op een zeer zichtbare plek in de tuin geplant. Beide gele kornoeljes bloeiden al in het eerste jaar na aanplant. De zeldzame, gele bloemetjes in het vroege voorjaar waren al op grote afstand te zien. Het zijn eye-catchers met een landschappelijk karakter en een boodschap: hoop voor de toekomst.
2023: Beide gele kornoeljes zijn nu 80 jaar oud. Weer zijn ze eye-catchers met een landschappelijk karakter, hoop voor de toekomst. Maar nu niet in een plat gebombardeerde (binnen)stad, maar in een versteende, dicht bebouwde omgeving. Een omgeving die probeert te vergroenen, omdat we opnieuw beseffen dat wij niet zonder natuur kunnen leven.

Vergroening 2023 Foto: KNNV Natuurlijk Rotterdam

De geschiedenis van de gele kornoelje (Cornus mas)

De gele kornoelje is inheems in Midden- en Zuid-Europa. Het is een langzaam groeiende meerstammige boom, die even hoog als breed is. In de late winter is de gele kornoelje bedekt met gele bloemen op kale takken. Zij zijn al eeuwen lang de aankondiging van het voorjaar. Zweefvliegen, bijen en hommels weten hem wel te vinden! In de herfst geven ze glanzende rode besjes, waar je o.a. jam van kunt maken. De vogels zijn er ook dol op! Een gele kornoelje kan 150 jaar oud of ouder worden.

De gele kornoelje behoort tot de zeer zeldzame wilde plantensoorten en staat op de rode lijst. Ook vroeger was het geen algemene plant. De gele kornoelje was alleen in Limburg inheems, in de rest van Nederland is hij aangeplant. Over de oorsprong van de gele kornoelje is weinig bekend. Was hij hier al na de laatste ijstijd? Werd hij door de Romeinen ingevoerd, net als de appel, mispel en kers? Is hij in parken van landgoederen aangeplant en later verwilderd?

De tweede 80-jaar oude kornoelje in de tuin van het Chabot museum. Foto: KNNV Natuurlijk Rotterdam

De gele kornoelje is het mooist wanneer hij ruimte om zich heen heeft. Oude exemplaren van deze omvang zie je eigenlijk alleen maar in tuinen van oude boerderijen, herenhuizen, buitenverblijven, kasteelparken, kloosters, parochiën en….in de tuin van het Chabot museum!
Gele kornoelje heeft een wetenschappelijke naam: Cornus mas. Cornus betekent keihard, mas: mannelijk. De Grieken en Romeinen maakten speren van het harde hout. Herders maakten er een herdersstaf van. In de Middeleeuwen werd de gele kornoelje in o.a. kloostertuinen gecultiveerd. De pitten werden gebruikt om er een (goedkope) rozenkrans van te maken. In de 18e eeuw dronk men brandewijn van de vrucht. Veel later werden de zaden geroosterd en dan had je een soort koffie. Pas eind vorige eeuw maakte de gele kornoelje zijn entree in (villa)tuinen.


Edith Stuivenberg

80-jaar oude kornoelje in de tuin van het Chabot museum. Foto: KNNV Natuurlijk Rotterdam
80-jaar oude kornoelje in de tuin van het Chabot museum. Foto: KNNV Natuurlijk Rotterdam
80-jaar oude kornoelje in de tuin van het Chabot museum. Foto: KNNV Natuurlijk Rotterdam
80-jaar oude kornoelje in de tuin van het Chabot museum. Foto: KNNV Natuurlijk Rotterdam
80-jaar oude kornoelje in de tuin van het Chabot museum. Foto: KNNV Natuurlijk Rotterdam
80-jaar oude kornoelje in de tuin van het Chabot museum. Foto: KNNV Natuurlijk Rotterdam
80-jaar oude kornoelje in de tuin van het Chabot museum. Foto: KNNV Natuurlijk Rotterdam
80-jaar oude kornoelje in de tuin van het Chabot museum. Foto: KNNV Natuurlijk Rotterdam